Waarom Apple iPhones nog steeds in China bouwt

De iPhone is niet zomaar een gadget; hij staat symbool voor geavanceerde technologie en strak design. Achter dit stijlvolle toestel schuilt echter een ingewikkelde wereldwijde productieaanpak. Hoewel bijna alle iPhones in China in elkaar worden gezet, komt dat niet alleen door lage lonen. Volgens Apple CEO Tim Cook zit het verhaal dieper.
De mythe over goedkope arbeid
In een interview met Fortune in 2017 zei Tim Cook duidelijk dat China al lang niet meer bekendstaat om extreem lage lonen. De lonen in het land zijn al jaren aan het stijgen, waardoor het idee dat China alleen maar goedkoop personeel biedt, allang achterhaald is. Wat China wel heeft, is een groep goed opgeleide vakmensen met de skills die nodig zijn om complexe producten als de iPhone moeiteloos te assembleren. Cook verwoordde het zo: “Als Apple de specifieke ingenieurs nodig had om hun hightech apparaten in de VS in elkaar te zetten, zou het een hele uitdaging zijn om een kamer vol gekwalificeerde professionals te krijgen.” Waar je in de VS moeite zou hebben om genoeg experts te vinden, zijn er in China zomaar meerdere voetbalvelden vol met bekwame arbeiders te vinden.
Apple’s zet naar meerdere productielocaties
Tussen 2015 en 2017 probeerde Apple zijn productie te spreiden door een deel ervan naar landen als India te verplaatsen. Toch wordt tot wel 90% van de iPhones nog steeds in China in elkaar gezet. Dit laat zien dat China met zijn sterke productiecapaciteiten en kennisbasis nog altijd de spil is in de wereld van Apple. Hoewel Apple stappen onderneemt om de productie minder geconcentreerd te maken, blijft China dankzij de vakbekwaamheid en bestaande infrastructuur een vaste partner.
Handelsoorlogen en tariefheffingen
De wereldwijde handelsverhoudingen hebben Apple aan het denken gezet over een gedeeltelijke productieverschuiving naar de Verenigde Staten. Handelsoorlogen en tariefheffingen zorgen namelijk voor flinke uitdagingen bij internationale productieprocessen. Analist Dan Ives van Wedbush schat dat het verplaatsen van slechts 10% van Apple’s productie naar de VS zo’n $30 miljard extra kosten met zich mee zou brengen en minstens drie jaar in beslag neemt. Daarbij zou de prijs voor de consument flink omhoog gaan; een iPhone die nu rond de $1.000 ligt, kan dan oplopen tot wel $3.500.
Kosten en kwaliteit tegen elkaar afwegen
Apple staat voor de taak om goed na te denken over waar de productie plaatsvindt. Het draait niet enkel om het besparen op kosten; het behouden van de hoge kwaliteitsnormen is net zo belangrijk. China levert namelijk niet alleen betaalbaarder personeel, maar beschikt ook over een stel goed opgeleide vakmensen en een solide infrastructuur die zorgen voor een soepele assemblage. Ondanks de stijgende lonen blijft China dus een aantrekkelijke plek voor Apple.
China speelt nog altijd een onmisbare rol in de productiecyclus van de iPhone dankzij deze unieke mix van factoren. Zoals Tim Cook opmerkt: “China is lang niet meer de plek waar bedrijven naartoe gaan voor goedkope arbeid.” Terwijl Apple blijft zoeken naar kansen om zijn productie te verspreiden, blijft China met zijn expertise en robuuste toeleveringsnet een vaste waarde in Apple’s wereldwijde operaties.
Deze situatie laat zien dat moderne wereldwijde productie zoveel meer inhoudt dan simpelweg bezuinigen op kosten. Het vraagt om doordachte keuzes waarbij vakkennis, kunde en een goed ontwikkelde infrastructuur zwaar meetellen. Dankzij deze eigenschappen blijft China koploper als het gaat om het assembleren van de iPhone.