Obsessieve passie: de drijvende kracht achter innovatie
Een opvallend kenmerk van hoogintelligente mensen is hun bijna obsessieve toewijding aan een bepaald onderwerp of activiteit. Die passie kan liggen in een hobby, je werk of studie. Zo werkte Albert Einstein onvermoeibaar aan de relativiteitstheorie, gedreven door een diep verlangen om het universum te doorgronden. Op een vergelijkbare manier heeft Steve Jobs de technologie-wereld op z’n kop gezet met zijn niet aflatende focus op vernieuwing en design.
Deze intense betrokkenheid helpt hen patronen en verbanden op te merken die anderen missen. Het is die onverzettelijke focus waardoor zij op verrassende manieren naar problemen kijken en met baanbrekende oplossingen komen.
Perfectionisme: een zegen en een vloek
Perfectionisme komt vaak voor bij slimme mensen. Aan de ene kant helpt dit streven naar perfectie hen om uit te blinken, maar aan de andere kant kan het voor de nodige stress zorgen. Een voorbeeld hiervan is nagelbijten, wat vaak samenhangt met perfectionistische neigingen. Volgens Psychology Today kan dit gedrag ontstaan door de angst om niet aan de eigen hoge verwachtingen te voldoen.
Professor Sylvia Sastre-Riba, expert op het gebied van cognitieve ontwikkeling, wijst erop dat perfectionisme een kenmerk is van mensen die hun vak goed beheersen, en dat introspectie en zelfbewustzijn cruciaal zijn.
De voorkeur om alleen te werken
Veel slimme koppen kiezen ervoor om alleen te werken. Zo kunnen ze ongestoord en diep nadenken en informatie beter verwerken. Onderzoek van het Karolinska Instituut in Zweden laat zien dat mensen met een hoge denkcapaciteit vaak snel overweldigd raken door prikkels van buitenaf. Door in hun eentje aan de slag te gaan, zorgen ze voor een rustige omgeving die de concentratie en creativiteit stimuleert.
Met die gewoonte kunnen ze ingewikkelde problemen oplossen zonder dat ze worden afgeleid. Dit stelt hen in staat om in alle rust na te denken over hun werk.
Zelfpraten: het ordenen van gedachten
Zelfpraten – ook wel zelfgestuurde spraak genoemd – blijkt een handige tactiek te zijn bij slimme mensen. Door hardop of in gedachten met zichzelf te praten, verbeteren ze hun geheugen, focus en hoe ze informatie verwerken. Albert Einstein liet er bijvoorbeeld vaak van zien dat hij tegen zichzelf mompelde om zijn ideeën op een rijtje te krijgen.
Onderzoek van de Universiteit van Wisconsin en de Universiteit van Pennsylvania bevestigt dat zelfpraten helpt bij het structureren van ingewikkelde gedachten en het vinden van oplossingen door intern overleg.
De gewoonten van hoogintelligente mensen – zoals hun intense passie, perfectionisme, de voorkeur om alleen te werken en zelfpraten – geven ons mooie inzichten in hoe zij denken en presteren. Hoewel deze kenmerken niet per se garant staan voor genialiteit, komen ze wel vaak voor bij mensen met een hoog intellectueel vermogen.
Het bekijken van deze gedragingen kan ons stimuleren om op een andere manier naar onze eigen denkprocessen te kijken en onze mentale gezondheid en cognitieve capaciteiten te verbeteren.